Vaak zijn er gelijksoortige vragen die onze afdeling ‘Technisch Advies’ ontvangt. Daarom hebben we als eerste hulp deze FAQ-sectie samengesteld, waarin u antwoorden op de meest gestelde vragen kunt vinden. Deze sectie wordt voortdurend uitgebreid. Kijk daarom met regelmaat naar deze lijst. Als u een vraag heeft waarvan u denkt dat deze hier moet worden opgenomen, stuur ons dan een e-mail (…) .
Contactpersoon
Als uw vraag hier niet opgehelderd kan worden, vindt u de juiste contactpersoon in ons contactgebied.
Zijn er brandkleppen voor explosiebeveiligde ruimten?
Wat betekent „onderhoudsvrije“ brandklep?
De brandkleppen uit de serie 92 zijn onderhoudsvrij. Deze kunnen vanwege hun constructie en de toegepaste materialen, zoals het volledig ingekapselde aandrijfmechaniek, de thermisch-mechanische bedieningseenheid en de motorgestuurde bediening, zonder periodiek onderhoud operationeel blijven. Bijvoorbeeld regelmatig smeren is niet nodig. Daarmee wordt de controle op functiebehoud (sluiten en heropenen van de kleppen) of reparatiewerkzaamheden in geval van schade beperkt. Hygiënische reiniging moet worden uitgevoerd als onderdeel van de algehele reiniging van het ventilatie- en airconditioningsysteem of zoals vereist.
Vanwege het onderhoudsvrije aspect van de brandkleppen zijn de functiecontroles ook op afstand toegestaan. Dit kan bijzonder eenvoudig en economisch met het Wildeboer WiNet-communicatiesysteem voor brandkleppen met automatische agendering worden uitgevoerd.
Hoe neem ik de brandklep in bedrijf en hoe controleer ik de werking van de brandklep?
Hiertoe moet het klepblad van de brandklep worden gesloten en heropend. De brandklep kan worden uitgerust met verschillende bedieningseenheden of met elektrische veerretourmotoren voor openen en sluiten.
Voor het uitvoeren van de functietest activeert u de handmatige ontgrendeling of voert u een ontgrendeling op afstand uit om het klepblad van de brandklep te sluiten. Daarna moet het klepblad weer worden geopend.
De respectievelijke inbedrijfsstellings- en functionele bedieningsmaatregelen en de bedieningsinstructies worden beschreven in de handleidingen.
U vindt onze handleidingen in Downloads (...)
Hoe ga ik om met brandkleppen die asbesthoudende onderdelen bevatten?
We hebben details m.b.t. de behandeling van brandkleppen met asbesthoudende bouwmaterialen in dit document (...) samengevat.
Kan ik een eindschakelaar installeren in een thermisch-mechanische bedieningseenheid?
Kan ik een thermisch-mechanische bedieningseenheid vervangen door een veerretourmotor?
Ja. De brandkleppen worden in de fabriek voorzien van een elektrische veerretourmotor of een thermisch-mechanische bedieningseenheid (TMA). Een brandklep waarop in de fabriek een TMA is gemonteerd, kan achteraf worden voorzien van een veerretourmotor. Voor het ombouwen zijn complete bedieningseenheden voor het desbetreffende type klep vereist. Deze bestaan uit een motorconsole, een veerretourmotor en het thermo-elektrische element.
Kunnen de AMP-stekkers aan de veeretourmotoren verwijderd worden?
De brandklep gaat niet meer open. Wat kan ik doen?
Als de brandklep niet kan worden geopend, controleer dan of het smeltlood of het thermo-elektrische element intact is. Deze moet onbeschadigd zijn. Details over de uitvoering en vervanging kunt u in de desbetreffende handleiding vinden.
Bovendien mag de beweging van het klepblad niet worden gehinderd of geblokkeerd.
Wanneer deze maatregelen niet helpen, neem dan contact op met onze afdeling Technisch Advies (...) in Verbindung.
Onze handleidingen kunt u vinden in Downloads (...)
Wat zijn manchetten?
Een manchet, ook wel expansiestuk of flexibel genoemd, is geschikt voor installatie tussen een luchtkanaal en componenten van een luchtbehandelingssysteem, b.v. een brandklep. Het kan lengteveranderingen van het aangesloten kanaal absorberen, branden in geval van brand en voorkomt zo een krachtoverbrenging van het luchtkanaal op de brandklep.
Wanneer moeten manchetten op Wildeboer-brandkleppen worden aangebracht?
FK90, FR90 (FR92 serie en FR92K) en FK90K brandkleppen zijn CE gemarkeerde producten volgens de geharmoniseerde productnorm DIN EN 15650. Deze kunnen een- of tweezijdig op luchtkanalen worden aangesloten die uit niet-brandbare of brandbare materialen bestaan. In geval van brand mag de thermische uitzetting van deze kanalen geen noemenswaardige kracht op de brandklep uitoefenen. Afhankelijk van de situatie kan het noodzakelijk zijn compenserende maatregelen te treffen. Wettelijke bouwrichtlijnen voor de implementatie staan in Duitsland omschreven in de "Regeling brandpreventie-eisen in luchtbehandelingssystemen", kortweg "LüAR". Over het algemeen wordt de compensatie hier gedaan door een voorwaarde aan het luchtkanaaltracé. Een algemene vereiste voor het gebruik van manchtten is er eigenlijk niet.
Daarnaast moet aan de eisen van de algemene bouwvergunning Z41.3-670 worden voldaan bij het gebruik van de FK90 brandklep voor grootkeukens. Luchtkanalen van gegalvaniseerd of roestvrij staal moeten worden aangesloten. Om het luchtkanaal te installeren en de krachten te beperken moet ook worden verwezen naar bovengenoemde richtlijn.
Luchtkanalen aangesloten aan FK90-brandkleppen voor grootkeukens moeten in overeenstemming met de bouwvergunning:
- in metal-studwanden
- in wanden van gipsplaat
d.m.v. geschikte manchtten van brandbaar materiaal, B2 volgens DIN 4102-1, worden verbonden. Vereist is minimaal 100 mm expansie in de geïnstalleerde staat.
Zijn revisie-openingen voor de brandkleppen nodig?
Nee. De brandkleppen hebben elk twee controle-openingen (inspectie-openingen). Hiermee kan de binnenkant van de brandklep, aan beide zijden van het klepblad, worden bekeken. Revisie-openingen kunnen worden besteld bij de FK90-brandklep. Deze vervangen geen openingen die bedoeld zijn voor kanaalreiniging zoals omschreven in relevante normen en richtlijnen.
Wat is de benodigde minimale afstand tussen brandklep en muur/vloer?
Bij inbouw van rechthoekige brandkleppen van Wildeboer Bauteile GmbH is er geen vereiste minimale afstand tot aangrenzende wanden en vloeren. Bij de ronde brandklep moet slechts een kleine afstand worden aangehouden.
De bijbehorende specificaties zijn te vinden in de debetreffende gebruikershandboeken.
Hoe zit het met keuringscertificaten van brandkleppen?
Op 1 juli 2013 is de Europese Bouwproductenverordening (CPR, nr. 305/2011) na een overgangsperiode in alle lidstaten van de EU volledig van kracht geworden en is de Construction Products Directive (CPD, nr. 89/106 / EEG) vervangen.
Nieuw geproduceerde brandkleppen die onder de geharmoniseerde productnorm EN 15650 vallen, moeten al sinds 1 september 2012 zijn gemarkeerd met het CE-keurmerk.
Daarnaast moet de fabrikant sinds 1 juli 2013 een prestatieverklaring (DoP = Declaration of Performance) kunnen overhandigen. Hij neemt daarmee de verantwoordelijkheid op zich voor de conformiteit van de brandklep met de aangegeven prestaties. Van de volgende producten is de prestatieverklaring beschikbaar:
- Brandklep FK90
- Brandklep FR90 (FR92 en FR92K)
- Brandklep FK90K
- Brandventiel BV90
Het Deutsche Institut für Bautechnik (DIBt) mag daarom niet langer algemene goedkeuringen van bouwinspecties (abZ) afgeven of verlengen voor brandkleppen die onder de geharmoniseerde productnorm EN 15650 vallen en daarom een CE-markering moeten hebben. Voor nationale (Duitse) bouwprojecten mogen deze niet langer worden gevraagd.
De benodigde informatie voor installatie en montage is volledig beschreven in de uitgebreide gebruikershandleidingen.
Conform het Publicatieblad L159/42 van de Europese Unie (punt 8), uitgegeven 28-5-2014, is het communiceren met keuringscertificaten niet wenselijk/verplicht en kunnen deze leiden tot onduidelijkheid. Om deze reden worden keuringscertificaten niet door Wildeboer afgegeven.
Kan de decentrale ventilatie automatisch op de gebruikstijden van het gebouw worden ingesteld?
Het aanstuurschema van de decentrale ventilatie kan op de minuut tot worden aangepast aan het individuele gebruik van het gebouw. Hiervoor zijn zes verschillende bedrijfsmodi beschikbaar, die aan maximaal twaalf tijdsblokken kunnen worden toegewezen. Deze kunnen ook worden geconfigureerd voor momenten waarop het gebouw niet wordt gebruikt.